Ik loop de basisschool binnen waar ik een project doe. Ik help deze school bij het integreren van drama en kunst in hun curriculum; coachen van leerkrachten, verzorgen van gastlessen en trainingen voor het team. Kleuterjuf Hetty gaat vanmiddag schilderen met de kinderen. Ze verzucht: ‘Ik wil zo graag af van die kant-en-klare-werkjes, en de kinderen écht in hun eigen creativiteit zetten. Maar ik weet niet goed hoe’. En inderdaad: als ik om me heen kijk, zie ik ook in deze school veel dezelfde werkjes hangen. Gelukkig weten ze waar ze staan en waar ze naartoe willen en mag ik ze erbij helpen. Dit artikel is voor alle ‘juffen Hetty’s’.
Kunst moet je doen; word je handig van
Het maken (‘scheppen’) van kunst is een manier om uitdrukking te geven aan jezelf.
Je geeft vorm aan wie je bent, wat je ervaart, waar je voor staat en wat je belangrijk vindt.
De houding van een kunstenaar is er een van openheid, verwondering en tegelijkertijd een kritisch bevragen van vanzelfsprekendheden. Die houding is er eentje waar de wereld van nu behoefte aan heeft. Het ontwikkelen van creativiteit op de basisschool is daarom noodzakelijk. Zodat kinderen in de toekomst in staat zijn hun eigen leven vorm te geven én daar helder en open over kunnen communiceren. Om werkelijk tot creativiteit en ‘authentiek creëren’ te komen, is het nodig om een creatief proces te doorlopen. De leerling moet worden uitgedaagd tot onderzoek, experimenteren, reflecteren en scheppen.
Jij als leerkracht zult dat proces moeten begeleiden. Maar hoe faciliteer je een creatief proces ?Productgerichte didactiekKinderen krijgen op school vaak kunstles volgens de ‘productgerichte’ didactiek: de leerkracht knutselt een werkje (zeg: een vis van papier) en de leerlingen krijgen de opdracht dit na te maken. De leerlingen doen dat netjes en er hangen 30 dezelfde vissen in de klas. Wat heeft de leerling nu geleerd?
Heeft hij geleerd te onderzoeken? Te experimenteren? Verschillende opties te bekijken, daarop te reflecteren, af te wegen en te kiezen? Heeft hij uitdrukking gegeven aan zijn eigen creativiteit?
Het maken (‘scheppen’) van kunst is een manier om uitdrukking te geven aan jezelf.
Je geeft vorm aan wie je bent, wat je ervaart, waar je voor staat en wat je belangrijk vindt.
De houding van een kunstenaar is er een van openheid, verwondering en tegelijkertijd een kritisch bevragen van vanzelfsprekendheden. Die houding is er eentje waar de wereld van nu behoefte aan heeft. Het ontwikkelen van creativiteit op de basisschool is daarom noodzakelijk. Zodat kinderen in de toekomst in staat zijn hun eigen leven vorm te geven én daar helder en open over kunnen communiceren. Om werkelijk tot creativiteit en ‘authentiek creëren’ te komen, is het nodig om een creatief proces te doorlopen. De leerling moet worden uitgedaagd tot onderzoek, experimenteren, reflecteren en scheppen.
Jij als leerkracht zult dat proces moeten begeleiden. Maar hoe faciliteer je een creatief proces ?Productgerichte didactiekKinderen krijgen op school vaak kunstles volgens de ‘productgerichte’ didactiek: de leerkracht knutselt een werkje (zeg: een vis van papier) en de leerlingen krijgen de opdracht dit na te maken. De leerlingen doen dat netjes en er hangen 30 dezelfde vissen in de klas. Wat heeft de leerling nu geleerd?
Heeft hij geleerd te onderzoeken? Te experimenteren? Verschillende opties te bekijken, daarop te reflecteren, af te wegen en te kiezen? Heeft hij uitdrukking gegeven aan zijn eigen creativiteit?
Vrije expressie
Aan de andere kant van het spectrum staat de ‘vrije expressie’: tegen de kinderen wordt gezegd ‘maak maar een toneelstukje over ridders’ of ‘maak een herfsttekening’. De leerling gaat aan de slag en tekent precies datgene wat hij al kent en beheerst. De tekening of het toneelstukje in groep 5 ziet er hetzelfde uit als in groep 8.
Samengevat: in de ‘productgerichte didactiek’ hoeft de leerling helemaal niks zelf te bedenken; de leerkracht bepaalt hoe het werkje eruit komt te zien. In de ‘vrije expressie’ geeft de leerkracht enkel een open opdracht en bedenkt de leerling alles zelf. In beide gevallen sprint de leerling direct naar het eindresultaat en is geen eigenaar van zijn eigen creatieve proces. Er worden geen nieuwe verbindingen gemaakt, het onderzoek ontbreekt, er wordt niet tussentijds gereflecteerd of geëxperimenteerd met kleuren, materialen, stijlen of abstractie. Procesgericht werken: de leerling is eigenaar, de leerkracht faciliteert
Tussen de ‘ambachtelijke didactiek’ en de ‘vrije expressie’ ligt het procesgericht werken. De leerling doorloopt een eigen creatief proces, de taak van de leerkracht is het faciliteren van dit creatief proces en de leerling te stimuleren eigen keuzes te maken, te onderzoeken en te experimenteren.
Aan de andere kant van het spectrum staat de ‘vrije expressie’: tegen de kinderen wordt gezegd ‘maak maar een toneelstukje over ridders’ of ‘maak een herfsttekening’. De leerling gaat aan de slag en tekent precies datgene wat hij al kent en beheerst. De tekening of het toneelstukje in groep 5 ziet er hetzelfde uit als in groep 8.
Samengevat: in de ‘productgerichte didactiek’ hoeft de leerling helemaal niks zelf te bedenken; de leerkracht bepaalt hoe het werkje eruit komt te zien. In de ‘vrije expressie’ geeft de leerkracht enkel een open opdracht en bedenkt de leerling alles zelf. In beide gevallen sprint de leerling direct naar het eindresultaat en is geen eigenaar van zijn eigen creatieve proces. Er worden geen nieuwe verbindingen gemaakt, het onderzoek ontbreekt, er wordt niet tussentijds gereflecteerd of geëxperimenteerd met kleuren, materialen, stijlen of abstractie. Procesgericht werken: de leerling is eigenaar, de leerkracht faciliteert
Tussen de ‘ambachtelijke didactiek’ en de ‘vrije expressie’ ligt het procesgericht werken. De leerling doorloopt een eigen creatief proces, de taak van de leerkracht is het faciliteren van dit creatief proces en de leerling te stimuleren eigen keuzes te maken, te onderzoeken en te experimenteren.
Faciliteren van een creatief proces: hoe ziet dat eruit?
Het procesgericht werken vertrekt vanuit een betekenisvolle opdracht. Dat kan van alles zijn, met ieder thema dat je kunt bedenken of waar je op dat moment in de klas of in de hele school mee bezig bent.Doorloop met je leerlingen de volgende stappen: onderzoeken, brainstormen, beschouwen, reflecteren, ideeën opdoen, uitwerken en keuzes maken. Help ze hun onderwerp gedetailleerd bekijken, stel vragen over wat zij willen uitdragen met hun kunstwerk. Ondersteun je leerlingen met techniek- en materiaalinstructie en doe suggesties.
Je doet niet meer voor hoe het moet, maar je stelt vragen als: ‘Je wilt graag dat het opvalt; welke kleuren zouden je daarbij helpen?’ Of: ‘Jullie willen graag dat dit toneelstukje een emotie oproept; mag ik dan een suggestie doen?’De leerling blijft in dit proces steeds eigenaar van zijn eigen proces en eindproduct. De leerlingen worden uitgedaagd, ze ontwikkelen vaardigheden als experimenteren, reflecteren en onderzoeken en ze worden in staat gesteld zelf uitdrukking te geven aan hun eigen ideeën. Het resultaat: er hangen niet meer 30 dezelfde vissen in de klas, maar een uniek eigen werk van elke afzonderlijke leerling.‘Maar ik ben zelf helemaal niet creatief!’
Dat hoeft ook niet: het is een misvatting dat je zelf heel creatief zou moeten zijn om een creatief proces optimaal te kunnen begeleiden. Sterker nog, degene die zelf heel gestructureerd en logisch denkt, is vaak des te beter in staat een proces te overzien en faciliteren.
Het procesgericht werken vertrekt vanuit een betekenisvolle opdracht. Dat kan van alles zijn, met ieder thema dat je kunt bedenken of waar je op dat moment in de klas of in de hele school mee bezig bent.Doorloop met je leerlingen de volgende stappen: onderzoeken, brainstormen, beschouwen, reflecteren, ideeën opdoen, uitwerken en keuzes maken. Help ze hun onderwerp gedetailleerd bekijken, stel vragen over wat zij willen uitdragen met hun kunstwerk. Ondersteun je leerlingen met techniek- en materiaalinstructie en doe suggesties.
Je doet niet meer voor hoe het moet, maar je stelt vragen als: ‘Je wilt graag dat het opvalt; welke kleuren zouden je daarbij helpen?’ Of: ‘Jullie willen graag dat dit toneelstukje een emotie oproept; mag ik dan een suggestie doen?’De leerling blijft in dit proces steeds eigenaar van zijn eigen proces en eindproduct. De leerlingen worden uitgedaagd, ze ontwikkelen vaardigheden als experimenteren, reflecteren en onderzoeken en ze worden in staat gesteld zelf uitdrukking te geven aan hun eigen ideeën. Het resultaat: er hangen niet meer 30 dezelfde vissen in de klas, maar een uniek eigen werk van elke afzonderlijke leerling.‘Maar ik ben zelf helemaal niet creatief!’
Dat hoeft ook niet: het is een misvatting dat je zelf heel creatief zou moeten zijn om een creatief proces optimaal te kunnen begeleiden. Sterker nog, degene die zelf heel gestructureerd en logisch denkt, is vaak des te beter in staat een proces te overzien en faciliteren.
Wil je hier als team meer inspiratie en handvatten voor krijgen? Dan is wellicht de training ‘Iedereen kan Kunst – procesgerichte kunsteducatie’ iets voor jullie. Neem gerust contact op voor de mogelijkheden.