We willen allemaal van die vragen stellen die ertoe doen. Een vraag die tijdens een rumoerige vergadering de boel doet stilvallen. Een vraag die je gesprekspartner echt aan het denken zet. Een vraag die verdiept, verbindt, opent of confronteert.
Als dat lukt, is dat magisch. Je kijkt echt even binnen bij de ander. Vragen zijn wat dat betreft een soort toegangspoort tot een andere denkwereld. Soms lukt het ook niet. Dan kun je de woorden niet vinden, de vinger net niet op de zere plek leggen.
En soms stellen we gewoon een slechte vraag. Daarom:
3 tips die je helpen betere vragen te stellen.
1. Stel geen cocktailvragen
Stel dat een collega tegen je zegt: ‘Ik had net een gesprek met Bram en dat was weer een heel gedoe’.
Dan kun je natuurlijk reageren met: ‘Echt waar? Was hij weer bezig? Hoe lang duurde het nu weer? Waar deed hij moeilijk over? Ging weer over die offerte zeker?’ Een ander voorbeeld: luister eens naar een willekeurig radio-interview.
De presentator stelt een vraag aan de geïnterviewde. En nog een. En nog een. En soms nog een.
Soms is het dezelfde vraag, maar dan anders geformuleerd, soms vuurt de presentator 3 vragen tegelijk op de ander af.
De gesprekspartner weet -logisch- niet op welke vraag hij moet antwoorden. Het resultaat is vaak een vaag verhaal, half affe antwoorden of een geïnterviewde die maar gewoon begint te praten.
Zonde, want door meerdere vragen tegelijk (‘cocktailvragen’) te stellen, krijg je juist net niet het dieptegesprek dat je graag wilt.
Zorg dus dat je 1 vraag stelt, en blijf daarbij. De ander weet duidelijk waar hij op moet antwoorden en geeft daardoor -als het goed is- ook een helderder antwoord. Resultaat: een helderder gesprek, zonder ruis en je krijgt mooie informatie terug waar je weer op kunt doorvragen.
Nu je dit weet: kijk en luister voor de grap eens naar interviews met extra aandacht voor cocktailvragen.
Wat is het effect daarvan op de gesprekspartner?
2. Stel ‘echovragen’.
Deelnemers aan een training of workshop ‘de kunst van het vragen stellen’ vinden het vaak erg moeilijk om vervolgvragen te stellen. Wanneer je verdieping in een gesprek wilt, of je wilt de ander uitnodigen tot uitleggen, of nadenken, weet je soms niet waar je verder op door kunt vragen. Je bent bang dat je zelf invult, aannames doet, een suggestieve of retorische vraag stelt.
Er is 1 soort vraag die je altijd kunt stellen, dat is de ‘echovraag’.
Stel je vraag eens als een echoput: gebruik letterlijk de woorden van de ander.
Niet ongeveer, in je eigen woorden, maar echt letterlijk.
In het geval van je collega die zegt ‘Ik had een gesprek met Bram en dat was weer een heel gedoe’, kun je vragen:
‘Wat was weer een heel gedoe?’
Een vriendin die klaagt over haar vriend en zegt ‘Kris is zo’n enorme sukkel’, vraag je bijvoorbeeld: ‘Wat maakt Kris zo’n enorme sukkel?’
Een paar voorbeelden van goede en slechte echovragen:
Die bijeenkomst duurde eindeloos.
Niet: Wat maakte die vergadering zo lang? Wie zorgde er voor zoveel vertraging?
Wel: Waarom duurde die bijeenkomst eindeloos?
Bram zijn moeder was weer lekker bezig.
Niet: Wat heeft ze dan gedaan? Wat heeft ze nu weer gezegd?
Wel: Hoe was zij weer lekker bezig? Wat bedoel je met ‘Bram zijn moeder was weer lekker bezig’?
Ik vind dat echt een belachelijke actie.
Niet: Hoezo vind jij dat een idiote actie? Waarom vind jij dat stom?
Wel: Welke actie vind jij echt belachelijk? Wat vind jij een echt belachelijke actie? Waarom vind jij dat echt een belachelijke actie?
In de voorbeelden zie je dat je in de goede echovragen heel dicht bij de ander blijft. Je brengt zelf geen nieuwe concepten in, je parafraseert niet. Dat zorgt ervoor dat de ander zich gehoord voelt en dóór kan denken in zijn eigen lijn.
De deelnemers van trainingen en workshops over betere vragen stellen geven steevast terug dat dit een enorm effect heeft en dat ze zich alleen hierdoor al echt gehoord voelen.
3. Zorg dat je vraag ‘op zichzelf staat’.
Veel van de vragen die we stellen, zijn maar half af. We serveren onze gesprekspartner als het ware half afgebakken appeltaart. Het is nog amper als appeltaart te herkennen, je weet niet precies wat je proeft en waar je op moet reageren. Zo werkt het ook met vragen: de ander weet niet meer precies welk antwoord hij nu zou moeten geven wanneer je een vraag stelt die ‘niet op zichzelf staat’.
Een vraag die op zichzelf staat (de Engelsen hebben er een mooier woord voor: ‘selfcontained’) betekent dat je een complete, duidelijke, heldere vraag stelt.
Na de opmerking ‘Bram was weer lekker bezig’, kun je natuurlijk enkel vragen ‘Wat bedoel je?’. Je gesprekspartner zal zelf invullen dat je wilt weten wat hij met die opmerking over Bram bedoelt. Maar de vraag ‘Wat bedoel je?’, is op zichzelf niet helder, niet compleet. Het is niet duidelijk waarnaar ‘Wat’ verwijst.
In het voorbeeld van Bram geen ramp, maar als je een uitgebreider verhaal te horen krijgt, wordt het onhandig.
Bijvoorbeeld:
‘Ik liep dus met Anna langs het kanaal en daar zat die ene man, die ken jij ook wel. Die zat daar op een bankje met een kinderwagen. Hij keek naar ons en hij riep iets. Het was heel raar en wij wisten niet goed hoe we moesten reageren’.
Als je dan vraagt: ‘Wat bedoel je?’ is niet duidelijk of je naar de man verwijst, naar Anna, of naar wat de man riep, of naar wie de man riep.
Een op zichzelf staande vraag is helder, duidelijk en makkelijk te beantwoorden.
Er is geen twijfel over welke informatie je wilt hebben met je vraag.
Je vraagt dan bijvoorbeeld: ‘Wie is Anna ook alweer?’ ‘Welke man die ik ook ken bedoel je precies?’
‘Wat riep die man precies?’ ‘Naar wie riep die man?’ ‘Wat was er heel raar?’
Op deze manier blijf je dichtbij het verhaal van de ander, is je vraag helder en krijg je precies de informatie die je wilt.
Door deze 3 tips consequent toe te passen zul je zien dat je vragen, en daarmee je gesprekken enorm verbeteren.
En uiteindelijk is dat het doel: betere gesprekken door heldere vragen te stellen.
Lijkt me spannend…
Dank voor je reactie 🙂
Wat lijkt je spannend?
Heel erg bedankt voor deze bruikbare tips!
Vooral de “echovragen”-tip vind ik erg verhelderend.
Ik had eerlijk gezegd niet door dat de vorm zo belangrijk zou zijn.
Jouw voorbeelden zijn erg duidelijk.
Ik ben benieuwd naar je boek!
Wat een boeiend boek. Ik ben nog niet bij de echovragen maar zoals jij hier boven beschrijft wat echovragen zijn dan ligt er huiswerk te wachten. Interessant om er mee aan de slag te gaan.
Dank je wel voor de tips! Fijn om scherp gehouden te worden. Ik werk met mensen met autisme en daarbij is het juist fijn om 1 vraag te stellen en dat de vraag op zichzelf staat helemaal!
Dag Elke,
Helemaal geweldig de nieuwsbrief met de tips en een boekenlijst.
Nu oefenen met o.a.echovragen !
Ik ben jouw boek Socrates op sneakers aan het lezen, het leest heel prettig en geeft veel informatie!
Vriendelijke groet
Riet Kempers
Dag Elke,
Na het lezen van het boek ‘Socrates op sneakers’ ben ik kritischer op mijn eigen gedachten en mijn manier van vragen stellen. En ik heb ook ingezien, dat de antwoorden/ reacties waarop ik in het verleden boos ben geworden zeker te maken hebben gehad met de vraag/ opmerking die ik daaraan voorafgaand heb gesteld/ gemaakt. Leerzaam proces. Dankjewel voor je inspirerende spiegel.
Groet van Erna.
Je boek Socrates op sneakers gaf mij enorm veel inzicht in mijn manier van vragen stellen in gesprekken. Ik heb ontdekt dat ik meer bezig ben mijn eigen mening te ventileren in een gesprek dan oprecht naar de ander te luisteren en bovendien vaak maar half luister omdat ik bezig ben een goede reactie in mijn hoofd te formuleren. Ook ben ik een expert in het stellen van cocktailvragen, de laatste uiteraard steeds beter dan de vorige 🙂 Dank voor je boek. Nu lekker oefenen met het verbeteren van mijn luistervaardigheden!